Bewindvoerder vertegenwoordigt de onderbewindgestelde

Bericht geplaatst op: 09-23-2018, 19:56 uur

Procederen tijdens het bewind is een terugkerend onderwerp in de cursussen en trainingen die ik door het land heen verzorg. Of het nu tegen jou als bewindvoerder of namens jou als bewindvoerder is, procederen tijdens het bewind blijft altijd iets waar je bij na moet denken.

Veel bewindvoerders zijn ten onrechte terughoudend om te procederen en vragen zich af wie de kosten van een dergelijke procedure zal moeten dragen. Deze angst is vaak ongegrond. Je procedeert immers ‘in hoedanigheid van bewindvoerder’ en niet als jezelf. De kosten zijn dan voor de onderbewindgestelde en worden in veel gevallen betaald vanuit de Raad van Rechtsbijstand (RvR) in het kader van de gefinancierde rechtsbijstand. De zogenaamde “toevoeging”.

Naast procederen als bewindvoerder namens de onderbewindgestelde, komt het ook regelmatig voor dat jij als bewindvoerder wordt gedagvaard. Uiteraard geldt ook hier ‘in hoedanigheid van bewindvoerder’. Eigenlijk wordt de rechthebbende dus gedagvaard en niet jij als bewindvoerder. Dit alles op grond van artikel 1:441 lid 1 BW waarin staat: “Tijdens het bewind vertegenwoordigt de bewindvoerder bij de vervulling van zijn taak de rechthebbende in- en buiten rechte.”

Maar wat nu als de onderbewindgestelde zelf naar een advocaat loopt en tegen de bewindvoerder gaat procederen? Mag dat zomaar? Niet altijd.

Voor een advocaat uit Groningen was dit niet helemaal duidelijk en hij zag dan ook zijn kans schoon toen een terminale, verslaafde klant zich bij hem meldde, omdat ik als bewindvoerder geweigerd had het volledige aanwezige saldo op de beheerrekening ineens aan de klant uit te betalen.

Handelingsonbevoegd maakt tevens procesonbevoegd

De advocaat in kwestie startte zonder mijn toestemming (of van de kantonrechter) een kort geding tegen mij. Hij kreeg het deksel op zijn neus en was niet ontvankelijk. Hij werd daarnaast persoonlijk veroordeeld in de kosten (een zogenaamd: “ eigen beursje”). Met dit kort geding heeft de advocaat een procedure gevoerd waarvan bij voorbaat vast stond dat deze nutteloos was.

Voor mij was de kous af, maar tot mijn grote verbazing ontving ik van dezelfde advocaat een factuur voor een eigen bijdrage voor de gevoerde procedure! Nu bleek dat RvR de factuur van deze advocaat gewoon had voldaan, ondanks dat de voorzieningenrechter in haar vonnis juist stelde dat er geen rechtsgrond bestond voor de advocaat om een procedure te voeren. De RvR hanteert een systeem van ‘High trust’ waarbij ingediende toevoegingsverzoeken in beginsel altijd worden toegewezen en slechts steekproefsgewijs worden getoetst. Met mijn boerenverstand zou ik zeggen: ‘geen rechtsgrond, geen overeenkomst, geen factuur en zeker geen betaling!’

Als ik als bewindvoerder kosten in rekening breng waarvoor geen rechtsgrond bestaat, word ik direct op mijn vingers getikt door de accountant die de audit uitvoert voor het Landelijk Kwaliteitsbureau CBM. In de advocatuur kan dit blijkbaar allemaal wel.

Nadat ik de advocaat gevraagd had de nota te crediteren, dreigde deze direct met incassoprocedures. Hij had blijkbaar haast. De klant was immers terminaal.
Daarop besloot ik een klacht in te dienen bij de deken van de Orde van Advocaten.
Na hoor en wederhoor werd de zaak aan de Raad van Discipline (RvD) voorgelegd.

In eerst aanleg heeft de Raad van Discipline de advocaat veroordeeld (ECLI:NL:TADRARL:2017:97). Deze ging echter in hoger beroep bij het Hof van Discipline. Op 28 augustus jl. is de uitspraak van de RvD door het Hof bekrachtigd. (Lees hier de volledige uitspraak van het Hof van Discipline)

Heeft een advocaat altijd toestemming nodig om op te mogen treden namens de onderbewindgestelde? Niet altijd, maar wel als het de onderbewindstaande goederen betreft. In dat geval is de rechthebbende namelijk procesonbevoegd. De bewindvoerder is in zijn hoedanigheid van bewindvoerder de formele procespartij. (Zie ook ECLI:NL:HR:2014:525)

Vrije advocaatkeuze

Nu hoor ik sommigen al denken: ‘maar er is toch het recht van vrije advocaatkeuze?’
Dat klopt, maar als het een onderbewindgestelde persoon betreft moet onderscheid gemaakt worden tussen procedures die de onder bewind gestelde goederen betreffen, of andere procedures.

Een klant die naar een advocaat gaat voor rechtsbijstand omdat hij van zijn bewindvoerder af wil wegens een verstoorde relatie of omdat zijn bewindvoerder onaardig is, heeft hiervoor geen toestemming nodig. Gaat het echter om een situatie waarbij de onderbewindgestelde over zijn goederen wil beschikken en de bewindvoerder geen medewerking wil verlenen, dan kan dit niet zomaar. Het betreft dan immers een dispuut over de onder bewind gestelde goederen. Dit is juist precies de taak van de bewindvoerder.

In het burgerlijk wetboek is geregeld dat de kantonrechter in die gevallen, in het kader van haar toezichthoudende taak, een beslissing neemt. Voor een dergelijk machtigingsverzoek wordt door de RvR geen toevoeging verstrekt. Oftewel: ‘daar verdient een advocaat niks aan.’

Nu begrijp ik ineens waarom de advocaat in de tuchtrechtprocedure voor een kort geding koos. Daar ontvangt hij, van uw en mijn belastinggeld, een toevoeging voor van de RvR. De afhandeling van een machtigingsverzoek door de kantonrechter tijdens een lopend bewind, valt onder het reguliere toezicht. Daarvoor is zelfs geen griffierecht verschuldigd.

Principes worden duur betaald

Wie de uitspraken van de voorzieningenrechter en de RvD en het Hof van Discipline goed bestudeert, ziet direct waarom dit soort procedures door kleinere zelfstandige bewindvoerders niet of nauwelijks gevoerd worden. De hele procedure speelt zich af in een tijdsbestek van zo’n 2 jaar, waarin de advocaat in kwestie ook nog een klacht tegen mij had ingediend bij mijn werkgever. De klant is in november 2015, vlak na het eerste kort geding overleden. Kortom, je hebt er een hoop werk van dat je als bewindvoerder niet betaald krijgt.

De principiële vraag die onder dit hele verhaal ligt is natuurlijk of een advocaat in opdracht van de onderbewindgestelde mag procederen, zonder toestemming van de bewindvoerder (of kantonrechter)? De aanleiding (niet de reden) voor het indienen van de klacht tegen deze advocaat bij de deken van de Orde van Advocaten, was uiteindelijk slechts een factuur voor een eigen bijdrage van € 148,=.

Blijkbaar ben ik een principiële vakidioot en wil ik dit soort dingen graag tot op de bodem uitzoeken. Mede in de hoop dat andere bewindvoerders in de toekomst vaker de moeite zullen nemen om op te staan tegen hulpverleners/advocaten/rechters/gemeenten enz…
Als je tenminste in je recht staat.

Vraag dus altijd aan een advocaat die namens de rechthebbende contact met je opneemt om die € 50,= te claimen die jij eerder geweigerd had te verstrekken: ‘Heeft u eigenlijk wel toestemming van mij om contact met mij op te mogen nemen?’

 

Bron: http://beschermingsbewind.nl/2017/09/07/advocaatje-leef-nog/